Roadtest Kreidler K50 - 1951

Allerlei artikelen over Kreidler, vaak overgenomen uit oude tijdschriften.
Plaats reactie
Bericht
Auteur
Gebruikersavatar
Dimage
Expert
Berichten: 6624
Lid geworden op: 15 mar 2003, 13:33
Locatie: Maassluis
Gegeven waarderingen: 0
Ontvangen waarderingen: 2 keren

Roadtest Kreidler K50 - 1951

#1 Bericht door Dimage » 21 mar 2004, 00:24

Wij reden Kreidler... en werden enthousiast

INDERDAAD, geachte lezers van "Bromfietskampioen" - we hebben dan Kreidler gereden, een der eerstelingen, die over onze grenzen kwam van een merk, dat duidelijk schijnt voorbestemd een pioniersrol te spelen in Motorland. Want zoals het Rijwiel Solex indertijd de voorloper en stamvader is geweest van een nieuw ras van motorvoertuigjes, die weldra door de Nederlandse volksmond "bromfietsen" werden genoemd, zo ziet het er absoluut naar uit dat de Kreidler "K 50" de taak vervullen gaat om een ander nieuw ras in het snelverkeer van alle dag te introduceren -dat der ultra lichte motorrijwielen, motorrijwielen met een krachtbron van een cylinderinhoud, die de motorrijder van alle tijden vrijwel nooit heeft gekend, met uitzondering dan van de 50 cc Pony lichte creatie van Motobécane van voor de oorlog, die later voor Nederland met 60 cc cylinderinhoud werd geleverd.

Gemotoriseerde fiets of motorfiets?
De Kreidler "K 50" -zoals deze aanbieding officieel heet- heeft eveneens een dergelijk licht motortje, een luchtgekoelde ééncylinder tweetakt met een boring en slag van 38 bij 44 mm, gevende een kubieke cylinderinhoud van circa 50 cc, zodat gerust mag worden gesproken van een "bromfiets" motor. Een ander detail, dat eveneens volkomen "der bromfiets" is, vormt de aanwezigheid van trappers, een zeer belangrijke bijzonderheid, omdat dus ook de Kreidlerberijder, indien hij onverhoopt eens "trammelant" mocht krijgen, zoals dat populair wetenschappelijk heet en de aandrijvende motorkracht zou uitblijven, altijd nog de pedalen als reserve heeft om, zij het dan trappende, thuis te komen. Hier vinden we een zeer belangrijk verschil met de interessante schepping op het zelfde gebied van onze landgenoot Carley. Want terwijl de Duitse machine dus de berijder de geruststelling laat van de mogelijkheid om nog peddelend thuis te komen, doet de Nederlandse creatie dit niet en biedt voetrusten inplaats van trappers, hetgeen van het standpunt van ultra-licht motorrijwiel bezien, technisch ongetwijfeld juister is, doch -gezien de algemene mentaliteit van de berijders van deze lilliputters, -psychologisch waarschijnlijk onjuister, omdat de trappers nu eenmaal voor de bromfietser als het ware het plechtanker zijn in tijd van nood, dat hij voor geen geld zou willen missen. Wanneer u dit alles volgt -geachte lezer- dan zult u voor uzelf al wel de indruk hebben gekregen, dat deze Kreidler een verschijning is, welke in het grensgebied ligt tussen bromfiets en motorrijwiel en die indruk is dan volkomen juist. Zoals de zaken momenteel nog liggen in Nederland kan een Kreidler met zijn 50 cc motor, zijn trappers, open frame etc. zeer zeker beschouwd worden als een gemotoriseerd rijwiel, dat bereden mag worden zonder rijbewijs en zonder nummerplaten, zoals ook wij zelf hebben gedaan, daarbij listiglijk profiterende van deze gelegenheid, omdat toevallig ons oude rijbewijs voor motorrijwielen juist was afgelopen en het nieuwe nóg niet was gearriveerd. We reden dus in feite zonder rijbewijs en zonder nummerplaten (zoals ook de bijgaande foto's aantonen) en de enkele politieman, die ons daarover ter verantwoording riep, hebben we overtuigd met onze 50 cc motor en onze pedalen, dat we een bromfiets bereden. De brave man nam genoegen met dit betoog, maar voegde er toch aan toe: “ik zou gezworen hebben, toen u naderde, dat u een motorfiets bereed„. En dat was inderdaad niet ver van de waarheid.

Meer motorrijwiel dan bromfiets!
Want -naar onze persoonlijke mening- en zeer zeker na onze kennismaking in de praktijk met dit alleraardigste machientje –is de Kreidler “K50„ veel meer “ultra-licht motorrijwiel„ -dan “rijwiel met hulpmotor„. Voor deze opvatting getuigt allereerst de structuur van de Kreidler. Bekijkt u de bijgaande plaatjes maar eens goed en u zult dat zelf ook moeten toegeven. Inspecteer de bouw van het zeer lichte. maar verdraaid stijf geconstrueerde frame van het zwanenhalstype, met aangeschroefd achterframe, bekijk de blokmotor met twee versnellingen, waarvan de schuin vertande tandwielen in constante aangrijping staan, bekijk de overbrenging naar het achterwiel, die -ongeacht of dit wiel wordt aangedreven door motor- of door benenkracht- dankzij een vrijloop, die in de gangwissel is ingebouwd voor het trapmechanisme, door een enkele ketting geschiedt. Bezie verder de stevige naafremmen, voor zowel als achter, de ontstekings- en verlichtingsinstallatie, de telescoopvoorvering en u ontdekt dingen, die u bij een bromfiets tevergeefs zult zoeken. En, eerlijk gezegd, geldt dit ook voor het sterke hart van de Kreidler, de tweetakt motor, die zijn 2,2 pk er uitdraait bij niet minder dan 6000 toeren. Ook hier stuit u op motorrijwiel-techniek en kracht. Want deze motor met zijn 50 cc inhoud is weliswaar officieel een bromfietsmotor. maar toont zich met zijn vlakke zuiger, steilstroom spoeling, zijn cylinder van lichtmetaal met ingeperste Perlitisch gietijzeren voering en lichtmetalen kop, tot verrassende prestaties in staat en doet op de weg gedachten ontstaan aan een dwerg met een reuzenhart, een hart dat eigenlijk in het bromfietskader niet thuisbehoort. Want daar is het te sterk en te fel voor en stelt de machine in staat tot prestaties, die even verheugend zijn als verbluffend. maar op het rijwielpad daardoor toch wel uit de toon van de wereld der normale gebruikers vallen. Dit alles stemt dan ook volkomen overeen met wat de Süd Deutsche Metallwerke met hun Benjamin hebben uitgespookt. voordat deze officieel ten doop werd gehouden en daarna de wijde wereld ingestuurd. In de eerste plaats werd de 50 cc motor met aangebouwde versnellingsbak weken lang, dag en nacht, op volle toeren op de proefbank getest, voordat dit sterk gebleken hart in het Kreidler lichaam werd ingebracht en daarna volgden proefritten van een paar prototypemachines, waarvoor niet alleen licht- maar ook zwaargewichtberijders werden uitgezocht, onder de zwaarste omstandigheden, vooral ook in het hooggebergte. Drie van deze proefkonijnen werden genadeloos over een bergtraject van 3000 kilometer lengte gejaagd, waarbij de zwaarste bergpassen van Europa als de Klausen, de Gotthardt, de Furka, Bernina, Grimsel, Julier en Albula passen werden genomen en zelfs de hoogste van allen, de Passo dello Stelvio met zijn tophoogte van 2760 meter slachtoffer werd. Gedurende dit Alpenpassen parcours presteerde elk machientje het om een hoogteverschil van totaal 60.000 meter te overwinnen. Voordat het Kreidler kindje officieel binnen kwam in de motorWereld, legden 2 machines met 6 elkaar aflossende rijders in het slechtste jaargetijde 10.000 kilometer aan één stuk af op de bekende Solitude-Rennstrecke bij Stuttgart, negen dagen en nachten doortuffend te midden van regen, sneeuw, ijzel, wind en modder en dat op een circuit vol bochten en met stijgingen tot 15%. Eerst daarna, toen men -zoals dat heet- "zekerheid" had, is de serieproductie begonnen. Wij vermelden dit alles zo uitvoerig omdat daaruit toch wel blijkt, dat men hier niet met een vervoermiddel met normale bromfietscapaciteiten te doen heeft, doch er veeleer sprake is van een uitgesproken motorrijwielkarakter.

De praktijk spreekt duidelijke taal
En als u -geachte lezers- in de gelegenheid komt om eens achter het stuur en op het zadel van de Kreidler "K 50" plaats te nemen, dan zult u zelf heel gauw constateren, dat de praktijk hier duidelijke taal spreekt. Het is waarlijk de moeite waard deze proef eens te nemen, ook voor de berijder van stevige volwassen motorrijwielen, die op een bromfiets maar smalend neerziet. Want de gedragingen op de weg van dit machientje zullen zijn motorrijdershart -zoals dat in Vlaanderen heet- "deugd doen". De praktijk begint te leren, dat de kleine, maar pittige motor gemakkelijk in actie komt, mits men als hij nog koud is, niet vergeet te vlotteren. Bij voldoend doorgewarmde motor is dat vanzelfsprekend niet meer nodig. Het in bedrijf komen van de motor geschiedt op de bekende bromfietsmanier door even te trappen, waarna, als het krachtbronnetje zijn stem eenmaal heeft verheven, de pedalen verder met rust kunnen worden gelaten. Het aantrappen moet gebeuren met gebruik te maken van de tweede versnelling. Op de eerste versnelling moet men het niet proberen, dat vergt te veel kracht en normaal krijgt men de motor niet aan de gang, hetgeen op de tweede en hoogste daarentegen heel gemakkelijk geschiedt. Aanbeveling verdient het echter om direct, nadat de motor is gaan draaien, even terug te schakelen naar de eerste, in verband met een vlugger wegtrekken. Dit schakelen is kinderlijk eenvoudig, want het heeft plaats door middel van een handle op de linkerstuurhelft, dat zó is ingericht, dat nooit verkeerd geschakeld kan worden en het verwisselen van versnelling steeds geruisloos geschiedt. Met de rechter handgreep wordt volgens het bekende motorrijders "twist-grip" systeem het gas bediend. De eerste indrukken dat men niet op een gewone bromfiets zit, krijgt men al onmiddellijk als men met behulp van de twist-grip het gas open draait en deze lilliputter op de eerste versnelling laat optrekken. Want dit "machien" accelereert eenvoudig zó, dat men er paf van staat of beter "paf van zit". In 637 seconden wordt een snelheid van 25 km bereikt en als men dan op de tweede en hoogste versnelling overgaat, zit men binnen een zelfde tijdsverloop ál op 40 km snelheid. Blijft men door accelereren, dan wordt het tempo snel hoger tot de top is bereikt. Er zit op deze machine geen snelheidsmeter, zodat we onze topsnelheid moesten schatten. We meenden, dat die ligt tussen de 55 en 60 km per uur, een snelheid, die -onzes inziens- niet op onze rijwielpaden thuis hoort. Maar het zeer snelle optrekken en de naar verhouding hoge maximumsnelheid van de Kreidler -een logisch gevolg van de zeer gunstige powerweight ratio" (een totaal gewicht rijklaar van ruim 40 kg bij een motorvermogen van 2,2 pk)- vormen een uitgesproken charme. Bij die ene attractie blijft het echter niet. Men ontdekt direct andere dingen, die sterk bekoren. Daar is vóór alles de ligging op de weg, die men gerust kan qualificeren met de waardering "verbluffend". Honderden malen hebben we achter het Kreidlerstuur in deze dagen moeten denken aan Carley's betoog, dat een rijwiel met hulpmotor qua structuur nooit zo veilig kan zijn als een licht motorrijwiel. De Kreidler "K 50" is een volkomen bevestiging van dit standpunt, want dit machientje ligt zo "geheid" op de weg, zoals de motorrijdersterm luidt, als alleen met een motorrijwiel mogelijk is. We hebben de Kreidler bereden bij daglicht en bij duisternis, bij regen en wind en door afgevallen en verteerde bladeren, over soms gemeen glibberige straten of wegen, maar niet zelfs een fractie van een seconde ook maar is er sprake geweest van instabiliteit of een neiging tot slippen. Het gevolg is dat men zich in dat opzicht nooit zorgen behoeft te maken, noch voor gladde, glibberige weggedeelten; noch voor tramrails, verraderlijke keien of welk bochtenwerk dan ook “der Kreidler schafft es„, zouden onze oud-beschermers zeggen. Wie dit aan den lijve ondervindt, weet dat dit alles een gevolg is van "bekeken" motorrijwieltechniek, van de mooie stevige framebouw, van de goede gewichtsverdeling en het laag gehouden zwaartepunt en is daar dankbaar voor. Ook de aardige telescoopvoorvork draagt haar aandeel bij tot de zeer goede indruk, die dit interessante geheel oplevert. Dat merkt men nog niet zo op een normale goede asfalt- of macadamweg, want daar ligt ook een heel licht machientje altijd wel goed. En telescoopvorkjes op dergelijke vedergewichten zijn menigmaal niet veel anders dan een soort wandversiering á la mode of een soort "Spielerei". De telescoopvoorvering van de Kreidler, naar verhouding fors uitgevoerd, met zijn rubber stofkappen, doet echter wel wat, doet zelfs zeer veel. Dat ontdekt men als men op werkelijk slechte klinker- en ander soort wegdekken rijdt en constateert hoe goed deze voorvork zelfs aanzienlijke oneffenheden in het wegdek absorbeert. Ook dit maakt de Kreidler tot een zeer veilig transportmiddel en de remmen sluiten hier heel goed bij de rest aan. Zowel op voor- als achterwiel treft men behoorlijk krachtige remmen aan, die in hoge mate bijdragen tot de veiligheid van het voortbewegen. Het zijn trommelremmen met een diameter van 90 mm voor en achter en die zijn dan ook waarlijk geen overbodige luxe op deze naar verhouding snelle en snel trekkende machine, die zeker gevaarlijk zou zijn als ze met gewone bromfietsremmen zou zijn uitgerust. De rem op het voorwiel wordt in actie gebracht met de hand met behulp van een handle op de rechterstuurhelft, de achterrem is een achteruittraprem, die door beide voeten via de pedalen kan worden bediend. Is deze Kreidler dus in elk opzicht een vastliggend, snel optrekkend machientje waarvan de veiligheid bij duisternis mede te danken is aan goed licht van 16 watt vermogen, dat uittredend uit een robuste koplamp, indien nodig kan worden gedimd, een paar andere goede dingen mogen ook zeker niet onvermeld blijven. In de eerste plaats geldt dit het uitstekende klimvermogen. We hebben ettelijke proeven gedaan, expres onder de moeilijkste omstandigheden, tegen de zwaarste hellingen van het Bloemendaalse Kopje en kunnen constateren dat de Kreidler zelfs op de hoogste versnelling nog aardig klimt, maar dat op de laagste dank zij de fut die in de motor zit en de goede koeling, men met zo'n machine met een gerust geweten op stap kan gaan in behoorlijk geaccidenteerd terrein want ze gaat voor hellingen tot 15% niet op zij. Licht gewicht, pittige motorkracht, vaste ligging, goed sturen en parate remmen vormen hier in bergterrein een combinatie, waar een bromfiets begrijpelijkerwijs niet aan tippen kan. Voor zo'n vedergewicht is het geheel verrassend comfortabel. Het zadel, een soort zweefzadel waarvan vering en hoogte verstelbaar zijn, doet het goed, en -wat vooral belangrijk is- het licht geheel met de sterke motort met zijn vele toeren heeft geen last van trillingen ook niet b.v. als de handen het stuur omvatten bij de hogere snelheden, hetgeen ten dele ook wel te danken is aan de ophanging van de motor op twee punten in rubber. Tenslotte is de machine zeer zuinig. Ze draait op een mengsel van olie en benzine in de verhouding 1 op 25, zo ongeveer haar 70 kilometers op 1 liter gemengde brandstof. Met een volle zadeltank van 5,7 liter inhoud heeft men dus een actieradius van ruim 400 km en heeft het voordeel dat men op een gegeven moment gewoon 5 liter bij een groot benzinestation kan tanken. Zonder brandstof behoeft men met een Kreidler nooit komen te staant want de benzinekraan, die drie standen kent, heeft er een voor een reserve-voorraad die altijd wel in staat stelt de dichtst bijzijnde ravitailleringsgelegenheid te bereiken.

Afgezien van een paar zwakkere punten, zeer sterke aanbieding voor "snel-bromfietsers"
Wij hebben tot nu toe geleid door het enthousiasme dat deze Kreidler in ons opwekte, niets anders dan lof doen horen. Onze taak als voorlichter zou echter niet goed worden vervuldt als we ook niet wezen op een paar zwakkere punten, die men goed zal doen zo spoedig mogelijk te doen verdwijnen. In de eerste plaats hoort o.i. op dit aardige machientje absoluut een koppeling. Weliswaar heeft men voor het schakelen die koppeling niet nodig, maar daar staat tegenover dat als men in het verkeer moet stil staan men de motor moet afzetten en dan later het vehikel weer moet aantrappen. Maar ook afgezien daarvan kan zich menig geval onderweg voordoen, waarbij het wenselijk is, dat men bij stilstaande machine, de motor draaiende houdt, hetgeen dan tevens nog het voordeel heeft, dat -zolang als de motor draait- ook het licht van de Romag-installatie nog ter beschikking blijft. De gehele Kreidler-propositie draagt zozeer het karakter van een ultralicht motorrijwiel, dat in dit geheel onzes inziens een koppeling niet ontbreken mag. Een ander inconvenient is, dat door de bouw van het versnellingsmechanisme en het ontbreken van een koppeling, men, op de machine zittend of er naast staand met afgezette motor, haar niet achteruit kan bewegen. Dat is lastig en vooral voor dames en oudere rijders hinderlijk, ook al is dan het totaal machinegewicht maar laag, vooral bij manoeuvreren in druk stadsverkeer, maar ook voor verplaatsingen in garage of schuur,met afgezette motor. Tenslotte is er daarnaast ook nog iets dat dient te worden gesignaleerd, nl. dat de achteruittraprem bij een kleine achterwaartse beweging van de pedalen onmiddellijk in actie komt, met het gevolg, dat bij een bepaalde achterwaartse stand van een trapper men soms remt, zonder dat men daar direct erg in heeft en dan de door de licht aangezette rem heentrekkende motor vanzelfsprekend zwaar belast en op de duur slijtage in het leven roept. Men doet daarom goed hier steeds op te letten en liefst de stand der pedalen zo te nemen (b.v. verticaal) dat die ongemerkt remmende werking zo weinig mogelijk kan optreden. Wat de andere vermelde zwakke punten betreft, die zijn betrekkelijk gemakkelijk te verhelpen en het zou ons niet verwonderen als men die bij Stokvis, zonder veel kosten, spoedig uit de wereld zou helpen. Maar, overigens: wat een aanbieding voor de (zeer grote) categorie van hen, die zich "snelbromfietsers" noemen en wier verlangen feitelijk dus uitgaat naar een ultra-licht economisch en niet duur motorrijwiel! Kreidler "K 50" is een propositie, die deze snelbromfietsers als het ware op het lijf is geconstrueerd. Zij brengt wat zij zoeken: meer snelheid met een gemiddelde van zeker 40, desnoods 45 km over langere afstand, snel wegtrekken en manoeuvreren in druk stadsverkeer, zuinig rijden en de mogelijkheid om voor weinig geld ook over grote afstanden op reis te gaan, ook in het buitenland en in heuvelachtig of bergterrein. Deze machine bied hun dan ook -Waar zij niet aan denken- met haar vaste ligging, goede sturing, parate remmen en beter licht veel grotere veiligheid tijdens het voortbewegen en daardoor ook veel betere mogelijkheid om zich op de grote weg te begeven, waarheen ze zo gaarne willen! Daar horen ze ook, want -volgens onze persoonlijke mening althans- is deze Kreidler te snel voor druk bereden rijwielpaden en zou hij daar terecht een niet gaarne geziene verschijning worden.

De Kreidler "K 50" heeft ons enthousiast gemaakt; hij is meer dan dat voor ons een openbaring geworden, een openbaring, die tot een baanbrekend succes kan worden, als men de gesignaleerde onvolkomenheden er even uithaalt en de nadruk legt op het ultra-lichte motorrijwielkarakter van dit vlotte motorvoertuigje. Als men dan tenslotte, rekening houdende met de clientele, die er voor in aanmerking komt, het prijsverschil met de duurste bromfietsen niet te groot kan houden, moet, opgelegd pandoer, succes volgen.

KOOLHAAS REVERS

“De Bromfiets„ December 1951 no. 12.

Gebruikersavatar
Enzo-tvdzijden
Expert
Berichten: 60282
Lid geworden op: 27 nov 2002, 21:55
Locatie: Gem. Leidschendam/Voorburg
Gegeven waarderingen: 951 keren
Ontvangen waarderingen: 2254 keren

Re: Roadtest Kreidler K50 - 1951

#2 Bericht door Enzo-tvdzijden » 24 jan 2021, 13:26

op reis
Bijlagen
9F0F04CA-CA26-4E7C-A0DF-07180E09E6D0.jpeg
9F0F04CA-CA26-4E7C-A0DF-07180E09E6D0.jpeg (98.34 KiB) 1837 keer bekeken

Gebruikersavatar
janv
Berichten: 38
Lid geworden op: 30 mei 2006, 13:43
Locatie: Geldermalsen
Gegeven waarderingen: 0
Ontvangen waarderingen: 0
Contacteer:

Re: Roadtest Kreidler K50 - 1951

#3 Bericht door janv » 02 jul 2021, 19:46

Voor deze Kreidler K50 ben ik op zoek naar een origineel zadel, en uitlaat (bocht en demper(visstaart)).
Bijlagen
BEEB06F4-1FD5-4D11-86EF-6D5332209124.jpeg
BEEB06F4-1FD5-4D11-86EF-6D5332209124.jpeg (252.25 KiB) 1572 keer bekeken
9CB2E548-28F6-46BA-A4EA-CBEEDE146068.jpeg
9CB2E548-28F6-46BA-A4EA-CBEEDE146068.jpeg (249.35 KiB) 1572 keer bekeken

Plaats reactie