Jan Huberts verbreekt Wereldsnelheidsrecord 50 cc (1981)

Allerlei artikelen over Kreidler, vaak overgenomen uit oude tijdschriften.
Plaats reactie
Bericht
Auteur
Gebruikersavatar
Maarten
Beheerder
Berichten: 9743
Lid geworden op: 01 sep 2002, 09:13
Locatie: Den Haag, Nederland
Gegeven waarderingen: 813 keren
Ontvangen waarderingen: 413 keren
Contacteer:

Jan Huberts verbreekt Wereldsnelheidsrecord 50 cc (1981)

#1 Bericht door Maarten » 20 feb 2019, 21:06

Jan Huberts verbreekt Wereldsnelheidsrecord 50 cc (1981)

Auteur: Ton Kooyman, 2007

Op 3 en op 4 augustus 1981 hebben Nederlanders het 50 cc wereldsnelheidsrecord verbroken, met de HuVo Casal, bestuurd door Jan Huberts, met een gemiddelde snelheid van 222,026 km/uur. Dit gebeurde in Nederland op de nog niet in gebruik genomen nieuwe snelweg A6 bij Lelystad.

De Casal-Plompen wereldrecordbreker heeft, zoals je kunt zien, waarschijnlijk hetzelfde motorblok als de Sparta, behalve dat dit blok voorzien is van een Kreidler cilinder. De hele machine heeft technisch gezien niets te maken met Casal. Het schijnt dat Jan Huberts betaald werd door Casal in Portugal, om het 50 cc record te verbreken.
Jan had een bedrijf genaamd HuVo (Huberts Voskamp), dat de HuVo Casal productieracers bouwde. Piet Plompen en zijn team bouwden in opdracht de gestroomlijnde sigaar.

Zoals u kunt zien: Het record ging daarheen waar het geld vandaan komt.


Wereldsnelheidsrecord 50 cc met vliegende start gedurende 1 kilometer, 03-08-1981 : 224,580 km/h.
Wereldsnelheidsrecord 50 cc met vliegende start gedurende 1 mijl, 04-08-1981 : 222,026 km/h.



Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding

Afbeelding


Voorbereidingen:
Afbeelding


Jan Huberts in 1962:
Afbeelding


Jan Huberts in 1981:
Afbeelding


Interview Jan Huberts over het wereldsnelheidsrecord in 1981:

"Op een nieuw, nog niet voor het verkeer geopend stuk A6 van zes kilometer bij Lelystad hebben we in 1981 50cc-wereldrecords gevestigd. Dat record had nog wel 20 of 30 km hoger kunnen liggen als we een langere aanloop hadden gehad. Het was levensgevaarlijk. De dag voordat we het record reden ging ik er 's morgens met mijn vrouw naar toe en ik zei tegen haar dat ik eraan dacht er niet in te stappen. Ik vond het zo beangstigend, er zit maar één rem op, een schijfrem achter en die was al twee keer kapot gegaan. Ik had het meegemaakt toen ik van Almere naar Lelystad reed. Daar ging de weg iets omhoog en daarna weer naar beneden. Daar lag verder niets meer. alleen een hele berg zand. Daar kwam ik aan met een kapotte rem en toen heb ik de motor op z'n zijkant gelegd. Op de zijkant ben ik verder gegleden. Ik lag stil met m'n neus in het zand. Maar wat gebeurt er nou als dat ding dwars was gegaan? Dan had ik eronder gelegen. Dan ben je hartstikke dood. Ik zat op m'n knieën helemaal dubbelgevouwen in die sigaar. Het is echt riskant geweest. Het record staat nog steeds. Je moest in beide richtingen rijden en de gemiddelde snelheid telt. Naderhand zijn er twee geweest die hebben geprobeerd het te verbeteren. Een Belg is daarbij gevallen en heeft z'n been gebroken. In Zuid-Amerika is er iemand bij verongelukt."






Jan Huberts in 2016:

Bron: https://www.dvhn.nl/groningen/Groningse ... 92364.html

Afbeelding

Groningse racekampioen Jan Huberts (79) overleden
20 november 2016

De in Delfzijl geboren motorcoureur Jan Huberts is zaterdagmorgen op 79-jarige leeftijd in zijn woonplaats Rijswijk (ZH) overleden. De zesvoudige Nederlands kampioen werd drie weken geleden in het ziekenhuis opgenomen met hartproblemen. Hij leek zich te herstellen, maar werd vrijdagnacht opnieuw onwel.

Huberts was een bekende in de vaderlandse racewereld. Hij maakte eerst naam als coureur, onder meer door in 1962 de Grand Prix van Frankrijk en de DDR te winnen. Na een kwart eeuw op de motor werd hij teammanager. De Groninger begeleidde coureurs als Boet van Dulmen, richtte zijn eigen DeeCee Racing Team op en ontfermde zich over onder anderen Hans Spaan en Wilco Zeelenberg. Ook begeleidde hij jong talent.

Een opmerkelijk hoogtepunt uit zijn carrière was dat hij 27 jaar lang (1981-2008) het wereldrecord 1 kilometer met vliegende start in handen hield. Op zijn 50 cc-motor haalde Huberts een gemiddelde snelheid van 222,026 kilometer per uur.

Huberts (op de foto op de motor, met achter hem Theo Bult en Egbert Streuer) was de Nederlander die het vaakst aan de start van de TT in Assen verscheen. De laatste keer was in 1982. Jan Huberts bleef ook na zijn carrière een graag geziene gast op races. Hij was 15 oktober 2016 eregast en spreker op de Vriendendag van Stichting Vrienden TT Circuit Assen.

Gebruikersavatar
Maarten
Beheerder
Berichten: 9743
Lid geworden op: 01 sep 2002, 09:13
Locatie: Den Haag, Nederland
Gegeven waarderingen: 813 keren
Ontvangen waarderingen: 413 keren
Contacteer:

Grenzen zijn er om te overschrijden (1981)

#2 Bericht door Maarten » 02 mar 2019, 20:12

Dit artikel stamt van vóór de geslaagde recordpoging in 1981. Hier wordt nog geschreven over Henk van Kessel die de machine zou gaan besturen, uiteindelijk was het Jan Huberts die met deze sigaar het wereldsnelheidsrecord zou gaan verbreken op 3 en 4 augustus 1981!


Grenzen zijn er om te overschrijden

Bron: Motorvisie, 1981.


Nieuwe 'sigaar' klaar voor 250 kilometer grens

Iedereen heeft zo zijn ambities, maar die van Piet Plompen is toch wel een unieke. Niets zal hem stoppen om met een luttele 50 cc een kilometer lang méér dan 250 kilometer per uur te rijden. Dat moet dan gebeuren met de opvolger van de 'Black Arrow', de machine waarmee Henk van Kessel het wereldsnelheidsrecord in de 50 cc klasse met een dikke 220 kilometer naar Nederland bracht. Henk gaat het weer proberen. Met de nieuwe sigaar die Piet Plompen daarvoor gebouwd heeft. Een snellere en lichtere recordjager, die voortgestuwd door een geheimzinnig sap en een minimale cilinderinhoud één kilometer lang afgrijselijk hard moet gaan. Een recordpoging waar Motorvisie in gelooft en die we in alle opzichten gaan steunen.

Acteur

Wat is Piet Plompen toch voor een man? Geen excentrieke miljonair of een verwarde ontwerper achter een morsig tekenbord. Ook geen fanate recordjager en zeker geen opschepper. Wél een man met grote plannen. En in tegenstelling tot de meesten van die soort weet hij ze altijd nog tot uitvoering te brengen ook. Plompen heeft eigenlijk zijn hart verpand aan de wegrace en in het bijzonder aan de 50 cc klasse waarin Nederlanders nu eenmaal een bijna kinderlijk genoegen hebben. Al vroeg begon Piet met het bouwen en racen van kleine machines die uiteraard zelf 'getuned' werden. Ook complete blokken overigens, als de fameuze X-16 racer die nu nog ergens in een hoek van de werkplaats verborgen ligt. Een val maakte een einde aan de wegracerij, maar sinds die tijd heeft Plompen onvermoeibaar zich ingezet voor de 'kleine' racerij. Met een team dat buiten proporties groot werd in de loop van de jaren opereerde Plompen eerst onder de vlag van het 'PéPé' team, later werd bougiefabrikant NGK de grote sponsor. In al die jaren blonken de mannen altijd ten minste op twee punten uit, door vlekkeloos mooi geprepareerde machines en een uitbundige presentatie van het team naar buiten toe.

Afbeelding
De opvolger van de Black Arrow in de windtunnel waar de nieuwe stroomlijn een spectaculaire winst bleek te geven. Door het nog niet gespoten kunststof is het frame van de machine goed te zien.

Afbeelding
De mannen achter de succesvolle recordjacht met de 'oude' machine v.l.n.r. Leo de Ridder, André Greeve, Jan van Tilburg en Piet Plompen.

Afbeelding
Onder de koele blikken van de NLR mannen bleek het oude model in de windtunnel maar magertjes uit de bus te komen in vergelijking met zijn opvolger.

Afbeelding
De vederlichte sprinter weegt rijklaar slechts 36 kilo.

Dat achter de schermen vaak onmogelijk snel machines in elkaar werden gezet is minder bekend. Zoals bijvoorbeeld de Sparta racer. Een eigen machine die in enkele weken tijd op zijn banden stond en waarmee Erik Vierdag aan het einde van het seizoen toch kampioen werd. Soms lijkt Plompen zijn talenten verspild te hebben en zou een carrière als acteur hem beter hebben gelegen. Wie zou in de strakke zakenman even later de morsige monteur achter de draaibank herkennen die 's avonds weer als de vlotte babbelaar zijn machine van commentaar voor de televisie voorziet? Zijn plaatwerkerij in Rotterdam ziet er vaak meer uit als een racepits. Overal frames en delen van motoren, de scherpe lucht van kunsthars. Foto's met ezelsoren aan de muur waar het team met frisse blik naar de cameraman kijkt zijn de herinneringen aan successen van weleer.

Weinig hechten aan het verleden

Die rommelige werkplaats is de wieg van veel succesvolle racers en snelle blokken, maar ook van de 'Black Arrow' (1977). Ook zo'n waanzinnig plan van Piet Plompen. Om het wereldsnelheidsrecord in de 50 cc klasse naar Nederland te halen. En het lukte ook. Henk van Kessel reed het bestaande record van de Duitser Kunz aan flarden op een net aangelegde snelweg. De Black Arrow had zijn plicht gedaan. De machine was met veel fantasie en een natte vinger in elkaar gezet en was na de geslaagde recordpoging rijp voor het museum. Want wat dat betreft heeft Plompen weinig scrupules. Klaar is klaar en nu de nieuwe machine er is mag wat Plompen betreft de oude bij de vuilnisbak gezet worden. Een dikke 70.000 kilometer heeft de oude Arrow er inmiddels opzitten. Op een aanhanger dan van show naar show ...

Besmet

Het nieuwe record werkte als een magneet op Piet Plompen. Wanneer dit resultaat haalbaar was met een dergelijke machine, hoe moest het dan niet gaan met een écht goede sigaar? Zoals vaak met de ontwerpen van Plompen begon het allemaal met een krabbel op de rand van een krant. De krabbel werd een beetje uitgewerkt, Jan van Tilburg liet er eens zijn gedachten overgaan en binnen de kortste keren was de nieuwe machine er. Mooier, lager en slanker dan de oude Arrow. De vorm van de Arrow was óók uit de lucht gegrepen. Iedereen heeft wel eens iets gestroomlijnds getekend en Piet Plompen verschilt daar niet in. Maar de nieuwe machine werd op een veel professionelere basis opgezet. Hoewel, Henk van Kessel had eens in een echte streamliner gezeten en was verrukt van de liggende houding van de rijder. Dat gegeven werd het uitgangspunt voor de nieuwe machine. Henks maten werden bepalend voor de vorm.

Solide

Van 22 x 1.25 mm chroommolybdeen pijp werd een solide frame gebouwd waar Van Kessel nog net met zijn heupen tussenin kon draaien. Jan van Tilburg moest toen zijn gedachten over de besturing laten gaan. Het werd een triangel-ophanging zoals auto's die hebben, maar dan onder een haakse hoek. Omdat Henk met zijn voeten naar voren ligt werd het via stangen bediende stuur opklapbaar gemaakt terwijl de rijder tussen de voeten door via een doorzichtige neuskoepel uitzicht naar voren heeft. Met ongelooflijk veel problemen werd overigens de ruit gemaakt. Die moest optisch zuiver worden, wilde Henk niet het idee krijgen dat de wereld door een lachspiegel op hem afkwam met dik tweehonderd kilometer per uur. Als krachtbron is er de keus tussen het verbeterde Sparta blok van vorig jaar of een nieuw Minarelli blok. In beide gevallen zal het vermogen op circa 21 pk bij 17.000 toeren komen te liggen. Michelin beslist wat voor banden onder de nieuwe sigaar gaan komen. Het is die fabrikant die ook de slicks zal gaan leveren voor de eveneens tot het team horende sprinter van Jan Nijhuys. Voor de recordmachine zal waarschijnlijk een extra koordlaag gebruikt worden om een hogere veiligheidsmarge te krijgen. De laatste ontwikkeling is het gebruik van een bak met 12 versnellingen. Plompen heeft nu de techniek om een goed functionerende trekspieschakeling te bouwen onder de knie. De winst in vergelijking met de 6 bak zit hem in de betere acceleratie, waardoor de machine eerder op zijn top zit.

Afbeelding
Framebouwer Jan van Tilburg demonstreert de lage en benarde houding die Henk van Kessel zal gaan innemen.

Afbeelding
De voorwielophanging is afgeleid van de triangel ophanging zoals auto's die hebben.


Geheimzinnig sap

De blokken zijn nu zo ver ontwikkeld dat ze gedurende de volle kilometer wagenwijd open kunnen blijven staan. Tijdens de vorige recordjacht ging Henk van Kessel met 16.000 toeren de kilometer in, om er met 17.000 op de klok weer uit te komen. Nu kan het blok de hele tijd op volle toeren blijven gillen en het wachten op de grote klap hoeft niet meer zo zenuwslopend te zijn. Een absoluut geheim is nog de brandstof. Frans van Manen is bezig met een speciaal brouwsel, geen nitro en geen alcohol. Het resultaat is wel een opvallend laag verbruik. Met normale brandstof (benzine met Castrol M50 olie) loopt de sigaar 28 kilometer op één liter. Op het nieuwe sap maar liefst 39 kilometer. Dat betekent dat voor de 1000 meter met een snelheid van meer dan 250 kilometer slechts 25 cc brandstof nodig is. Doe dat maar eens na met je duizend cc plus superbike!

Moment van de waarheid

In het Nationaal Lucht en Ruimtevaart-laboratorium (NLR) zou de nieuwe sigaar getest worden. In een plezierige sfeer werd een absoluut succes gescoord. De nieuwe stroomlijn had maar de helft van de weerstand van het oude model. Felicitaties voor Plompen vanwege zijn uitermate goede aerodynamische vormgeving. Waar een krant al niet goed voor kan zijn. Maar goed, minder weerstand betekent een hogere topsnelheid, vooral omdat de rolweerstand van de smalle banden een geringe rol gaat spelen. Misschien dat voor de koersstabiliteit nog een iets forsere achterhand nodig zou zijn, maar verder was het nieuwe model in alle opzichten een doorslaand succes. Vooral het feit dat de steunpoten aan weerszijden van de machine nu goed weggewerkt zijn gaf alleen al een winst van zo'n 20 procent. Feest die dag in windtunnel LST 3X2, een van de vele in het uitgebreide laboratorium, waar de ingenieurs met veel plezier in dit voor hun onbekende terrein stapten.

Meer nieuwe machines

Maar Piet Plompen heeft meer troeven in dit boeiende spel. Wanneer alle gegevens van de 50 cc machines verwerkt zijn komt de volgende sigaar eraan. De machine is er al, het wachten is nog op de resultaten van de windtunnel wanneer de computer ermee uitgespeeld is. Henk van Kessel is de 50 cc sigaar rijder, sprinter Jan Nijhuis zal de 125 cc machine gaan bemannen. Een 'dikke' fiets die harder dan 240 kilometer zal moeten gaan om het record van Müller te breken. Niet alleen het wereldsnelheidsrecord over de kilometer, maar ook over de mijl.
Jan Nijhuis bemant ook de Yamaha 125 cc eencilinder sprinter bedoeld om het record over de kwart mijl van 13.245 seconden te kraken. Henk van Kessel gaat de fonkelnieuwe 50 cc sprinter rijden. Een klein juweeltje, volkomen afgestemd op een laag gewicht en lage tijden.

Superlicht

Gewicht was het toverwoord bij de bouw van de kleine sprinter. Het frame dat volkomen uit aluminium bestaat weegt een nietige 2.5 kilo, rijklaar komt de machine op zegge en schrijve 34,5 kilo. Tot aan de uitlaat is alles van aluminium op de stroomlijn na. De ouderwets ogende 'Dolphins kuip zal voor de 400 meter niet gebruikt worden. De kuip heeft dan nauwelijks effect, de snelheid komt op een 150 kilometer per uur, en het scheelt weer een kilo in gewicht. Wel wordt de kuip gebruikt voor de langere afstanden als de 1000 meter. De rijder past zo volkomen in de machine dat ze samen één geheel gaan vormen om de optimale druppelvorm te benaderen. Het geheel is zo fragiel gehouden, dat de motor niet zo maar overal kan rijden. Op een bultige strip 'dondert die in elkaar' zoals Plompen het plastisch uitdrukt. Wanneer het wereldrecord veroverd is verhuist ook deze machine direct naar het museum. Oorspronkelijk zou Erik Vierdag de rijder zijn, maar Vierdag gaat een pilotenopleiding volgen bij de luchtmacht. Van hogerhand ziet men liever niet dat zijn peperdure opleiding door 'spielerei' de mist in zal gaan. Dat betekent ook stoppen met wegracen voor Erik en daarmee gaat wel een talent verloren. Om alle misverstanden te voorkomen gaat Piet Plompen samen met Jan van Tilburg testrijden met de nieuwe machines. 'Ik wil niet dat ze zeggen dat ik die dingen wel bouw, maar een ander er eerst in laat zitten. Daarom doe ik het experimentele gedeelte zelf'.

Afbeelding

Afbeelding


Motorvisie en de recordjacht

Motorvisie ziet dit project helemaal zitten en wel om verschillende redenen. In de eerste plaats is het een uniek gebeuren waarmee de motorsport een volkomen onverwachte wending heeft genomen. Dan is het ook nog eens een volkomen Nederlands project, dat ook hier wordt verreden en waarmee internationaal deze kleine klasse weer volop in het nieuws komt. Daarom wilde Motorvisie graag Piet Plompen met zijn eigenwijze recordjacht steunen, wat we dan ook gedaan hebben door zijn budget voor het project financieel sluitend te maken. Verder gaan we uiteraard de recordpogingen op de voet volgen en zullen we bij iedere meter die op het asfalt wordt gereden met de neus er bovenop zitten!





Snelle brommer

Wat kan de man die zo'n beetje alle 50 cc snelheidsrecords heeft nog willen? Een luxe aansteker, een fraaie camera, rust?
Welnee, iemand die zoveel records heeft wil maar één ding: harder!
Nu zitten er bij de Motorvisie redactie wat snelheidsmaniakken die zulke ideeën wel kunnen appreciëren en dus hebben we ook een flinke duit in het zakje gedaan om het de man in kwestie, de bepaald niet vermogende Rotterdamse tuner Piet Plompen, mogelijk te maken de magische grens van 250 km per uur met een 50 cc-tje nogmaals te benaderen. De komende week, ijs en weder dienende, zal het feest beginnen en wel op een niet nader te beschrijven plek in Nederland. Vorige keer namelijk stond het op de baan zwart van de mensen. Leuk, maar bloed-link . .
In de Rotterdamse werkplaats heeft de afgelopen maanden een ware veldslag tegen de elementen aluminium, staal en rubber gewoed en vooral ... een grote strijd tegen de microscopisch dunne portemonnaie. Het opbouwen van drie recordmachines door een particulier is namelijk dè manier om van je reserves af te komen.
Drie? Ja, er is de al bekende aluminium 50 cc sprinter, een 50 cc machine met 'sigaarstroomlijn' en een 125 cc (Cagiva) sigaar. Toen we de afgelopen week nog een paar keer 's avonds langs reden klonk nog steeds luid gekletter van gereedschap op. De fietsen zijn namelijk duidelijk 'iets anders' en dat vraagt nu eenmaal experimenten.
Ditmaal was men begonnen met het maken van de stroomlijnen. En met groot succes, want de vorm bleek een zéér lage weerstandswaarde te hebben èn een zeer klein frontaal oppervlak.
Daarbinnen zijn dan de machines gemaakt. Een space-frame in beide gevallen met zijwieltjes voor stoppen en in de staart een parachute. De 50 cc krijgt de rijder plat op de rug in een houding die tussen liggen en zitten inhangt. De daarbij verwachte rijproblemen (toch héél wat nieuws voor de teammaten Jan Nijhuys en Jan Huberts) vielen erg mee.
De 125 cc Cagiva (een cross-blok) wordt in een meer normale positie gereden. Nou ja, èrg ineengekrompen, want de hele machine is even 40 cm hoog!
Daardoor vroeg de bediening nogal wat kunstgrepen. De sturing gebeurt met stangen (naafbesturing). De rem met de hand en de parachute en de schakeling . . . met een airshifter! Na een experiment met een elektrische unit werd toch voor een andere oplossing gekozen en pro-stock sprinter Erik Bauer zag dan ook op mysterieuze wijze zijn luchtdrukschakelinstallatie verdwijnen om die even later in het klein nagebouwd op de snelle fiets terug te vinden. AVRO's Sportpanorama zal de recordjacht verslaan (wij ook natuurlijk). Op 18 april kun je zien of PP's plannen geslaagd zijn. AVRO's Sport-panorama besteedt er dan uitgebreid aandacht aan. ROB VAN GINNEKEN.


Afbeelding
Piet Plompen, met stofjas, aan het werk aan het 'space-frame' van de sigaar.
Deze gebruikers waarderen Maarten voor dit bericht:
Enzo-tvdzijden (27 dec 2020, 14:17)
Waardering: 9.09%

Plaats reactie